In hun weblog ‘Werken aan kwaliteit: is de cirkel rond?’ van 16-07-‘21 presenteerde Inspectie de eerste onderzoeksgegevens van het onderzoek ‘Kwaliteitsverbetering en de leerlingpopulatie’. Door de coronamaatregelen heeft dit onderzoek digitaal plaatsgevonden en mede daardoor kon een onderzoeksomvang van ruim 1800 scholen worden gerealiseerd.
Bevindingen
Naast de bewondering van Inspectie voor de veerkracht van de scholen in coronatijd spreekt zij zich ook uit over de ambitie van scholen om het onderwijs voor leerlingen steeds beter te maken. We lezen hierover: ‘Een ambitieuze schoolcultuur vormt de motor voor kwaliteitsverbetering. Die motor loopt nog beter, als er sprake is van duidelijke doelen, doelgerichte evaluatie en aansluiting op de leerlingenpopulatie.’
Op basis van het onderzoekt concludeert Inspectie dat de meeste scholen hun ontwikkelthema’s zorgvuldig hebben gekozen, waarbij de kenmerken van de leerlingen en hun onderwijsbehoeften als uitgangspunt zijn genomen. Hierbij wordt ingezet op de verbetering van de leerresultaten van de leerlingen en/of de kwaliteitsverbetering van de (pedagogisch-didactisch) vaardigheden van de leraar. Het vaakst noemden scholen hierbij:
- het versterken van basisvaardigheden (taal, lezen, rekenen)
- het versterken van basale leraarvaardigheden (bijvoorbeeld werken volgens het directe instructiemodel)
Aanbevelingen
Om leerresultaten te verhogen helpt het volgens Inspectie ook om aandacht te besteden aan de vakdidactische vaardigheden. Welke specifieke didactische vaardigheden zijn passend voor begrijpend lezen, rekenen, spellen of technisch lezen? Of welke didactiek sluit het beste aan bij verkenning, begripsvorming of automatisering?
Een andere voorwaarde is het scherp stellen van ontwikkeldoelen en evalueren of de doelen ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Hierbij liggen nog duidelijk kansen. Ruim een kwart van de scholen uit het onderzoek heeft namelijk hun ontwikkeltraject ingezet op basis van geformuleerde activiteiten en/of interventies zonder daar een concrete opbrengstdoelstelling aan te koppelen. Dat heeft direct gevolgen voor de evaluatie; je evalueert dan of een activiteit of interventie heeft plaatsgevonden en niet of de verwachte opbrengst is gerealiseerd. Inspectie zegt hierover:
‘Als je wilt weten of je doel bereikt is, moet je het effect zichtbaar maken!’
Eindconclusies onderzoek
Inspectie concludeert dat er winst mogelijk is door extra focus en lijn in de verbeterplannen aan te brengen. Ze denkt namelijk dat het succes van kwaliteitsverbetering afhangt van de consistentie tussen motieven, doelgroep, doelen en evaluatie en de scherpte die scholen vast weten te houden. ‘Met in het achterhoofd steeds de vraag: maken we de (verbeter)cirkel rond? Dat is ook een goede vraag bij het nadenken over de besteding van de NPO-gelden. Daarbij is het goed om te letten op:
- afstemming van de plannen op de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie
- consistentie in motief, doel en evaluatie
- vaststellen wanneer iets klaar is en hoe het er dan uit moet zien’
Parallel tussen schooldoelen en leerdoelen
Ons valt op dat alle conclusies en aanbevelingen die Inspectie formuleert voor schoolontwikkeling ook van toepassing zijn op de lessen van de leraren. Werken aan basisvaardigheden rondom vakdidactiek en instructiekwaliteit zijn voorwaardelijk voor de opbrengst. Dus scherp geformuleerde leerdoelen en een effectieve evaluatie op de doelen zijn cruciaal voor het verhogen van het leerrendement. Scholen moeten dus inzetten op het ontwikkelen en onderhouden van de basisvaardigheden van alle leraren.
Basiskwaliteit volgens het Onderzoekskader 2021
Inspectie omschrijft in het nieuwe Onderzoekskader de basiskwaliteit van leraren als volgt:
“De pedagogisch-didactische visie van de school is zichtbaar in het dagelijks handelen van alle leraren. De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van informatie die zij over leerlingen hebben. Zij maken pedagogische en didactische keuzes en stemmen daarbij het niveau van hun onderwijs af op het beoogde eindniveau van de leerlingen. De leerstof omvat kennis, vaardigheden en attitudes en wordt in een logische opbouw aangeboden. De leraren creëren een pedagogisch en didactisch passend en stimulerend leerklimaat, waardoor leerlingen actief en betrokken zijn. Met geschikte opdrachten en heldere uitleg structureren de leraren het onderwijsaanbod zo dat de leerlingen zich het leerstofaanbod eigen kunnen maken. Leraren hebben hoge verwachtingen van leerlingen en geven leerlingen feedback op hun leerproces.
De leraren stemmen de instructies, begeleiding, opdrachten en onderwijstijd doelgericht af op de onderwijsbehoeften van groepen en individuele leerlingen, inclusief op de sociale en maatschappelijke competenties. De afstemming is zowel gericht op (pedagogische) ondersteuning als op uitdaging, afhankelijk van de onderwijsbehoeften van leerlingen.”
Ondersteuning door Triqs Educatief
Veel van de ontwikkeldoelen die scholen hebben geformuleerd kunnen alleen gerealiseerd worden met en door de leraren. Dat impliceert dat directies gericht en structureel de kwaliteit van al hun leraren moeten bevorderen en ondersteunen. Triqs Educatief biedt hen hiervoor het instrumentarium. Met onze digitale observatie-instrumenten (Kapablo en de Cadenza Vaardigheidsmeter) kunnen directies zicht en grip krijgen op de kwaliteit van hun leraren. Daarnaast verzorgen we workshops en trainingen rondom effectieve instructie.
Meer weten over duurzame onderwijsontwikkeling en de rol van Triqs Educatief hierin? Neem snel contact met ons op en plan een vrijblijvend gesprek in met één van onze adviseurs. We praten u graag bij!